Presentatie Voetbalwet (Tweede
Kamer, PvdA, VVD, CDA) 28 juni 2007 |
Probleembeschrijving Voetbal biedt vertier aan een
miljoenen publiek; zowel op de bank voor de TV als op de tribune in het stadion.
Gemiddeld zitten er elke week zo’n tweehonderdduizend supporters in
Nederland op de tribune. Dat gaat doorgaans heel goed, maar het plezier wordt
helaas nog te vaak vergald door mensen die voetbalwedstrijden aangrijpen om
rellen te schoppen. Voorbeelden zijn er genoeg: van de rellen bij Feyenoord-
Ajax tot ‘Beverwijk’ en recent zelfs bij Jong Oranje. Bij voetbalvandalisme gaat het vaak
om een (beperkte) groep relschoppers die bij herhaling en stelselmatig de
openbare orde ernstig verstoren. Deze relschoppers vertonen hinderlijk en
veelal strafbaar gedrag in en/of rondom voetbalstadions, dan wel rond
voetbalgerelateerde evenementen, zoals een huldiging. Dit gedrag is niet
alleen ernstig verstorend voor de openbare orde, maar levert vaak ook grote
materiële schade op. Op deze manier verziekt een kleine groep relschoppers het
voetbal voor een grote groep voetballiefhebbers en andere burgers. De maat is vol en
het is de hoogste tijd voor scherpe maatregelen. Maatregelen, die een
snel en adequaat optreden mogelijk maken tegen voetbalvandalisme en
bevorderen dat de combiregeling- die nu voor goedwillende voetballiefhebbers een
doorn in het oog is- kan worden afgeschaft. Wij hebben daarbij drie pijlers
gedefinieerd: Pijler 1: Bij wet wordt mogelijk gemaakt dat
een stadion- of gebiedsverbod en een meldingsplicht kunnen worden
opgelegd ter bestrijding van voetbalvandalisme, zodat de harde kern die zich
schuldig maakt aan voetbalvandalisme snel en doeltreffend kan worden aangepakt
en de goedwillende voetballiefhebber buiten schot blijft. Door de
meldingsplicht kunnen de vandalen niet bij of rondom een wedstrijd aanwezig zijn en dus ook
niet voor ongeregeldheden zorgen. Het nietmelden heeft een strafrechtelijke
consequentie. Pijler 2: Een gebiedsverbod en/of een
meldingsplicht kan door zowel de Officier van Justitie als de burgemeester worden
opgelegd aan personen die op grond van hun gedrag met voetbalvandalisme in
verband kunnen worden gebracht. Hiermee wordt een ‘lik op stuk
aanpak’ in de praktijk gebracht. Op lokaal niveau zullen de burgemeester en de
Officier van Justitie binnen de driehoek afspraken maken wie wanneer optreedt. Er is
geen langdurige procesgang nodig om tot daadwerkelijke uitvoering te komen,
want het gebiedsverbod en/of meldingsplicht gaan onmiddellijk in
en er is geen schorsende werking als iemand daartegen in beroep gaat. Indien
een beroep tegen het gebiedsverbod en/of meldingsplicht gegrond wordt
verklaard, dan zal dit door middel van een schadevergoeding worden afgedaan. Pijler 3: Om te voorkomen dat er een
verplaatsing van voetbalgeweld plaatsvindt, wordt de voorbereiding van openlijke
geweldpleging indien daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk
letsel voor een ander te duchten is strafbaar gesteld. Vandalen die afspreken in
een woonwijk of een weiland, om daar met elkaar in de slag te gaan kunnen
hierdoor worden gevolgd en vervolgd. Met name waar de voorbereiding zich
richt op het uitwisselen van informatiedragers wordt de mogelijkheid gegeven de
opsporing reeds in een zeer vroeg stadium aan te vangen. De opzet op het
plegen van openlijke geweldpleging kan blijken uit wisseling van
internetcontacten, uitvoerig telefoonverkeer en andere methoden van
communicatie-uitwisseling. Uitwerking van de voetbalwet De initiatiefnemers voor een voetbalwet
hebben de afgelopen maanden uitvoerig overlegd met de Ministeries van
Binnenlandse Zaken en Justitie. Deze Ministeries zijn bezig met de uitwerking van de
motie Weekers/Van Haersma Buma/ Wolfsen (30 300 VI, nr. 57) die oproept om
een bevoegdheid voor de officier van justitie te creëren om aan verdachten een
aanwijzing te kunnen geven omtrent het gedrag, die bestaat uit
bijvoorbeeld een straat- of contactverbod en de motie Van Schijndel/ Eerdmans en
Dijsselbloem (28684 nr. 76) die oproept tot wetgeving ter bestrijding van
ernstige overlast Deze conceptwet is reeds als
ontwerp gepubliceerd en er is sprake van een duidelijke overlap. Het
wetsvoorstel kan een belangrijke rol vervullen om ernstige overlast veroorzaakt door notoire
voetbalvandalen te bestrijden. Met name het gebiedsverbod in
combinatie met de meldingsplicht, die zowel de burgemeester als de officier van
justitie kunnen opleggen, zijn hierbij van belang. De initiatiefnemers en de
Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie hebben dan ook overeenstemming
bereikt om de pijlers 1 en 2 onder te brengen in de wet ernstige overlast.
Hiermee wordt een aanzienlijke tijdwinst geboekt, waardoor de pijlers 1 en 2 bij
ingang van het voetbalseizoen 2008/2009 in werking zijn getreden. Over de
wijze waarop de uitwerking van pijler 3 wettelijk wordt vormgegeven zal op korte
termijn overleg plaatsvinden met het Ministerie van Justitie opdat ook dit
onderdeel van de Voetbalwet spoedig van kracht kan zijn. De initiatiefnemers vinden dat de
politiek met deze wetswijzigingen zijn verantwoordelijkheid neemt en
verwachten dat ook van de betaald voetbalorganisaties. Daarvoor is
het essentieel dat er een goede informatieuitwisseling tussen burgemeester, politie, OM en
clubs komt. Clubs dienen ook te zorgen voor een stevig
veiligheidsbeleid. Daarbij is een verbeterde opleiding van stewards van groot belang en ook
dient preventie een standaard onderdeel van het veiligheidsbeleid te worden. De
voetbalwet laat overigens de bestaande mogelijkheden, ook de mogelijkheid
die de KNVB heeft om- indien gepast- een civielrechtelijk stadionverbod op
te leggen, onverlet. Voorbeelden ter illustratie van de
maatregelen Voorbeeld 1: De bevoegdheid van de burgemeester
om een gebiedsverbod - eventueel aangevuld met een meldingsplicht -
op te leggen kan direct en snel worden gebruikt waar het de daadwerkelijke
voorkoming van zich concreet voordoende of dreigende verstoringen van de
openbare orde betreft. Het gebiedsverbod kan bovendien kracht bijgezet worden
door – aanvullend daaraan – (enkele) aanstichters een meldingsplicht op
te leggen. Een voorbeeld ter illustratie: Uit politie-inlichtingen blijkt dat
bekende supporters die eerder herhaaldelijk de openbare orde verstoorden voornemens
zijn wanordelijkheden te veroorzaken omdat binnenkort een sterk
rivaliserende supportergroep op bezoek komt. De burgemeester kan in een dergelijk
geval een gebiedsverbod geven, waardoor betrokkenen zich een aantal maanden
niet mogen bevinden in de omgeving van het stadion. Het gebiedsverbod
wordt kracht bijgezet door enkele aanstichters een meldingsplicht op te leggen.
Het melden kan plaatsvinden bij de politie of een door de burgemeester aangewezen
ambtenaar. De betrokkene kan beroep instellen bij de bestuursrechter,
maar dat heeft geen schorsende werking. Het niet naleven van een
burgemeestersbevel is een misdrijf. Voorbeeld 2: Door de aanwijzing van de officier
van justitie kunnen direct, voorafgaand aan de strafoplegging door de rechter,
degenen die verantwoordelijk zijn voor ernstige en aanhoudende vormen van overlast
worden weerhouden van het plegen van nieuwe strafbare feiten. De
voetbalvandaal kan worden opgedragen zich niet meer op een bepaalde plaats op te
houden en/of zich te melden bij een daartoe aangewezen opsporingsambtenaar. Aan
de voetbalvandaal kan bijvoorbeeld het verbod worden opgelegd zich
gedurende een vastgestelde periode in de omgeving van voetbalwedstrijden of
voetbalevenementen te begeven. Opzettelijk handelen in strijd met een
gedragsaanwijzing van de officier van justitie is een misdrijf waarvoor voorlopige
hechtenis is toegelaten. Voorlopige hechtenis is mogelijk indien er ernstig rekening
mee gehouden moet worden dat de verdachte een misdrijf zal begaan
waardoor de gezondheid of veiligheid van personen in gevaar kan worden
gebracht of algemeen gevaar voor goederen kan ontstaan. Dit sluit aan bij het
feit dat de officier van justitie een gedragsaanwijzing kan opleggen in
geval van vrees voor herhaling van strafbare feiten. De verdachte kan tegen de
gedragsaanwijzing in beroep gaan bij de rechtbank; dit heeft geen
schorsende werking Voorbeeld 3: Groepen voetbalvandalen die via de
telefoon, internet, of andere communicatiemiddelen een
vechtpartij organiseren kunnen hiervoor vervolgd worden. Momenteel is er pas sprake
van een strafbaar feit indien het daadwerkelijk tot een vechtpartij
komt. Dit is maatschappelijk ongewenst, omdat dergelijke vechtpartijen soms ook
in woonwijken worden georganiseerd. De politie kiest er momenteel voor om
in een dergelijk geval de vechtpartij te voorkomen, zich daarbij realiserend
dat men niet tot strafvervolging kan overgaan. Door de strafbaarstelling
van de voorbereiding van openlijke geweldpleging, waarbij voor
levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is,
krijgt de politie wel de mogelijkheid om čn een georganiseerde
vechtpartij te voorkomen čn tot vervolging te kunnen overgaan. |
Commentaar:
Voetbalwet? |
|
Het ziet ernaar uit dat we ook in Nederland binnenkort een
Voetbalwet hebben. Opgestuwd door de verontwaardiging van het volk over
supportersrellen, die altijd kunnen rekenen op meer dan ruime
media-aandacht, roept nu ook een
meerderheid in de Tweede Kamer om een voetbalwet naar Engels voorbeeld. Niet
gestoord door een te grote kennis van de Engelse werkelijkheid werd als
belangrijk argument genoemd dat met zo'n voetbalwet supporters met een
stadionverbod verplicht worden zich bij elke wedstrijd te melden. Zo kunnen
ze ook geen rotzooi trappen, want ze zitten dan gedurende de wedstrijd op het
politiebureau. Bij navraag in Engeland bleek dat daar zeer snel het idee van
de meldingsplicht is losgelaten. De politie daar had geen zin om de meer dan
3000 stadionverboden, verspreid over het hele land, op te vangen in hun
politiebureaus. Wil je namelijk voorkomen dat de hooligans zich misdragen,
dan moet je niet alleen zorgen dat ze bij wedstrijden van hun eigen club van
de straat zijn, maar ook bij die van alle andere clubs; dat is dus zo'n 4 tot
5 dagen per week. En elke keer moet er personeel op het bureau aanwezig zijn
als oppas gedurende 2 uur voor, tot 1 uur na de wedstrijd. Zo'n 5 uur per dag
dus. De Engelse politie was best bereid om daaraan mee te werken als de
regering zou zorgen voor honderden extra politiemensen voor deze oppasdienst.
Besloten werd om dit onrealistische deel te laten vallen. Wat overbleef van
de meldingsplicht in de voetbalwet was het deel waarbij notoire lastpakken
bij internationale wedstrijden van het Engelse team buiten Engeland, hun
paspoort in moeten leveren tot de wedstrijd of het toernooi voorbij is. Dat
scheelt in ieder geval in het aantal incidenten waarbij de buitenlandse pers
hun vooroordeel over Engelse voetbalsupporters bevestigd zien worden. Maar in
Nederland gaan we vrolijk verder met het ontwerp van een nieuwe voetbalwet
naar het model dat de KNVB alvast heeft opgesteld. Vooruitlopend op de
invoering van die wet heeft de KNVB aangekondigd proeven te nemen met
biometrische herkenning: vingerafdrukken en iris-scans worden in de
proefsituaties van alle supporters gevraagd om zo de stadionverboden met
geavanceerde apparatuur er bij de poort uit te kunnen halen. En we hadden
toch al het één en ander aan
maatregelen om supporters aan te kunnen pakken: videocamera’s in en rond de
stadions, elektronische toegangscontrole, verplichte uitkaarten, verplichte
combi’s, pasfoto’s op de seizoenkaart, registratie van persoonsgegevens van
alle seizoenkaarthouders, het opslaan van alle gegevens van (potentieel)
lastige supporters door het CIV, inhuren van veiligheidsbedrijven bij
wedstrijden, inzet extra politie en ME bij wedstrijden, meereizende stewards
en politie bij uitwedstrijden, het voetbalvolgsysteem, politieproject
“hooligans in beeld” (waarbij supporters die zich misdragen hebben de hele
week door de politie worden gevolgd), het scannen van de web-sites van
supportersgroepen, volgen en opslaan van msn-teksten van potentieel lastige
supporters, afluisteren van de mobiele telefoons, opslaan van mobiele
telefoonnummers die rond een incident vanaf die omgeving hebben gebeld,
enz.,enz. En dan heb ik het nog niet over de veiligheidscommissies in de
voetbalsteden en bij de clubs, het landelijk Audit-team, de afdeling
veiligheid van de KNVB, de Kamercommissie, de interdepartementale commissies,
en de vele internationale commissies en politieteams. Ik wil niet weten wat
dit allemaal kost, maar het zijn vele tientallen miljoenen per jaar.
De kosten van al deze maatregelen staan in geen verhouding meer
tot de ernst van het probleem. Het aantal stadionverboden op dit moment is
gemiddeld nog geen 15 per club, waarbij sommige clubs wat meer en andere
clubs helemaal geen stadionverboden hebben. Ik kan me voorstellen dat bij de
grote clubs met een landelijke aanhang (Ajax, Feyenoord en PSV) deze lastige
supporters niet altijd met naam en toenaam bekend zijn, maar bij alle andere
clubs kent men hun pappenheimers wel. Daar heb je al die maatregelen niet
voor nodig. Die supporters kunnen gewoon worden aangesproken als ze iets doen
wat niet mag en als ze dan niet luisteren zet je ze buiten of pak je ze op. In tegenstelling tot echte criminelen of terroristen, zijn
voetbalsupporters elke week te vinden in het stadion. Ze hebben een
seizoenkaart en de meeste zitten van hun 12e tot hun dood bij hun
club. Van anonimiteit is geen sprake en bovendien zijn de momenten dat ze
zich kunnen misdragen exact bekend: op de dag dat hun club speelt. Ook de
plaats is bekend: de stad en het stadion waar de wedstrijd plaats vindt.
Makkelijker kan je het niet hebben. Als er zoveel informatie zou zijn over
een voorgenomen bankoverval zouden de overvallers geen schijn van kans
hebben. Ondertussen wordt het voetbal volledig verziekt door deze overdreven
aandacht voor die 557 lastpakken. De vele duizenden voetbalfans worden
wekelijks gepest en getreiterd met een scala aan vervelende en vernederende
maatregelen en regels waardoor het genieten van een voetbalwedstrijd van hun
club soms een ware beproeving wordt. Het kan anders: in Engeland en in Duitsland, die een aantal
jaren geleden toch echt een ernstig hooligan probleem hadden, is de sfeer
rond voetbal opmerkelijk positief geworden. Wie wel eens een wedstrijd bij
bijvoorbeeld Schalke heeft bezocht weet hoe gezellig en relaxed een
voetbalwedstrijd kan zijn. En dat komt niet omdat de straffen hoger en de
aanpak zoveel harder is. Als je het aan een bestuurder van Schalke vraagt
wijst hij op het feit dat de supporters op een positieve manier bij de club
betrokken zijn; serieus genomen worden en via het eigen fan-project een
stevige inbreng hebben in zowel het supportersbeleid als in de vele
nevenactiviteiten van de club. Bij de UEFA-cup finale Feyenoord – Borussia
Dortmund sprak de voorzitter van Borussia zijn verwondering uit over de
spastische manier waarop in Nederland nog steeds op supporters wordt
gereageerd: “wij hebben al lang geen problemen meer met onze supporters; maar
wij hebben ook bij alle clubs fan-projecten waardoor de supporters op
positieve wijze bij het voetbal betrokken zijn.” Wordt het niet eens tijd dat we ook in Nederland de heilloze weg
van maatregelen en regels gebaseerd op angst voor ‘de supporter’ verlaten?
Dat we stoppen met die waanzin en onze tijd en geld besteden aan belangrijker
zaken? Dat we voetbalsupporters weer als normale mensen gaan behandelen en de
positieve kanten meer belichten? Dat er gewerkt wordt aan een normale
communicatie tussen club en supporters? En dat we dat handjevol lastige
jongens eens gewoon direct aanspreken op hun daden in plaats van het hele
voetbal tot een proeftuintje voor terreurbestrijding te maken? |